
Jurisprudentie
BG5091
Datum uitspraak2008-10-13
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers274079 \ OA VERZ 08-98
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers274079 \ OA VERZ 08-98
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst
Werknemer houdt zich meerdere malen ondanks waarschuwingen niet aan de verzuimvoorschriften. Omdat zij niets meer van werknemer hoorde, heeft werkgeefster politie ingeschakeld om polshoogte te nemen. Verweerder blijkt als gevolg van een recente traumatische gebeurtenis ernstige psychische klachten te hebben. Achteraf is aannemelijk dat zijn gedrag hierop terug is te voeren. Ontbindingsverzoek wordt afgewezen.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/repnr.: 274079 OA VERZ 08-98
Uitspraakdatum: 13 oktober 2008
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap Segezha Packaging b.v., gevestigd te Zwaag
verzoekende partij
verder ook te noemen: Segezha
gemachtigde: mr. Zegers, advocaat te Volendam
tegen
[werknemer], wonende [adres]
verwerende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. M.M.C. Roos, jurist bij FNV Bondegenoten, Individuele Dienstverlening te Amsterdam
Het procesverloop
Segezha heeft op 20 augustus 2008 een verzoekschrift ingediend.
Daar heeft [werknemer] bij verweerschrift op gereageerd.
De mondelinge behandeling heeft in deze plaatsgevonden op 25 september 2008, alwaar zijn verschenen Segezha bij haar plant manager de heer [naam] en haar directiesecretaresse tevens medewerkster personeelsbeheer mevrouw [naam], alsmede [werknemer] in persoon vergezeld door zijn broer en zuster; partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden.
Ter zitting hebben partijen onder overlegging van producties hun verzoek- respectievelijk verweerschrift nader toegelicht, mr. Zegers aan de hand van pleitnotities.
De inhoud van deze processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
-[werknemer], geboren 5 december 1973, is op 1 juli 1992 bij Segezha in dienst getreden.
-Segezha is de Nederlandse vestiging van een internationale fabrikant van verpakkingsmiddelen; er zijn omstreeks 90 personen werkzaam in een 3-ploegendienst.
-[werknemer] is werkzaam als machinevoerder. Zijn loon bedraagt € 2.586,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en 13e maand.
-De broer van [werknemer] is eveneens bij Segezha werkzaam, evenals in het verleden zijn vader, die er 21 jaar heeft gewerkt.
De standpunten van partijen
Segezha verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer] op grond van – zoals zij stelt – een dringende reden, die oplevert een gewichtige reden als bedoeld in artikel 7:685 BW, welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
Segezha legt aan haar verzoek de navolgende feiten en omstandigheden ten grondslag.
[werknemer] is sedert 25 juni 2008 ziek. Op 26 en 27 juni was hij volstrekt onbereikbaar en kon geen controle plaatsvinden. Bij brief van 30 juni is [werknemer] (onder verwijzing naar een eerder, soortgelijk incident in 2007) gewaarschuwd dat bij herhaling ontslag zal volgen en medegedeeld dat 26 en 27 juni als vakantiedagen zullen worden aangemerkt.
Op 3 (of 4) juli liet [werknemer] telefonisch weten dat hij nog niet in staat was het werk te hervatten, maar wel op 7 juli op vakantie zou kunnen en dan weer arbeidsgeschikt zou zijn. Aan een uitnodiging om op 4 (of 5) juli op kantoor te verschijnen (om zijn hersteldmelding in verband met zijn vakantie vast te leggen) gaf [werknemer] zonder afbericht geen gevolg. Bij brief van 7 juli kreeg [werknemer] een laatste waarschuwing.
Nadat hij de twee voorafgaande dagen had gewerkt, meldde [werknemer] zich op 6 augustus wederom ziek en op 8 augustus verscheen hij zonder afbericht niet bij de controlearts. Ook op een tweede afspraak, op 12 augustus is [werknemer] zonder afbericht niet verschenen. [werknemer] liet niets meer van zich horen.
Segezha heeft daarop de politie verzocht om polshoogte te nemen. [werknemer] heeft toen aan de politie toegang tot zijn woning verschaft, maar niet aan de medewerkers van Segezha.
Bij brief van 11 augustus heeft Segezha de loonbetaling per 6 augustus 2008 opgeschort. [werknemer] laat niets meer van zich horen, ook niet na het inschakelen van zijn familieleden. Reden waarom van Segezha in redelijkheid niet langer kan worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst met [werknemer] voortzet.
Segezha is bereid om aan [werknemer] een ontbindingsvergoeding te voldoen van vier bruto maandsalarissen (€ 10.344,00 bruto) met compensatie van de proceskosten.
[werknemer] voert verweer tegen het verzoek. Hij voert daartoe het navolgende aan.
[werknemer] is na een zeer traumatische gebeurtenis op 19 juni 2008 (een onverklaard gebleven inval van de politie), waarvan hij zijn direct leidinggevende op de hoogte bracht, op 25 juni van zijn werk uitgevallen met psychische en lichamelijke klachten. De psychische klachten waren van dien aard dat hij niet in staat was de telefoon te beantwoorden. Tevens had hij last van oorontsteking, waardoor hij vrijwel doof was aan beide oren.
[werknemer] is, behoudens een bezoek aan de huisarts op 1 juli, thuis geweest. Hij heeft geen controleur van de arbodienst gezien.
Er is geen sprake van dat hij instemde met een hersteldmelding per 7 juli in verband met een vakantie in Marokko. Hij is vanwege zijn gezondheidsklachten helemaal niet met zijn familie meegereisd naar Marokko. Hij heeft vier weken ziek en alleen thuis gezeten. In deze periode isoleerde hij zich volledig van de buitenwereld en hij heeft in zijn gemoedstoestand geen brieven geopend en geen telefoon beantwoord.
Toen op 13 augustus de familie van vakantie terugkeerde moest de deur worden opengebroken omdat hij uit angst weigerde deze te openen. Zijn broer trof hem in zorgwekkende toestand aan. Toen zijn broer de post opende, bleek dat hij twee afspraken met de bedrijfsarts had gemist. Zijn broer heeft hem op 15 augustus naar de huisarts gebracht, die hem kalmeringsmiddelen voor zijn paniek- en angstaanvallen voorschreef en op 20 augustus heeft de huisarts hem naar de psychiater verwezen. De eerste afspraak was op 3 september.
Op 19 augustus heeft de zuster van [werknemer] zijn werkgever over de situatie geïnformeerd. Daarna is niets meer vernomen, totdat het onderhavige verzoek werd ingediend.
[werknemer] betwist dat er een (dringende) reden is voor ontbinding. Dat hij de afspraken met de bedrijfsarts heeft gemist kan hem, gezien zijn psychische gesteldheid, niet worden tegengeworpen.
[werknemer] concludeert dat Segezha naar een te zwaar middel heeft gegrepen. Hetzelfde geldt, gezien de psychische gesteldheid, voor de stopzetting van de loonbetaling.
[werknemer] verzoekt primair het verzoek af te wijzen.
Subsidiair verzoekt [werknemer] hem een ontbindingsvergoeding toe te kennen van € 72.614,88 bruto.
De beoordeling
Begrijpelijk is dat Segezha in eerste instantie (en zolang zij niet beter wist) de gang van zaken onacceptabel vond. [werknemer] was na een ziekmelding wegens oorpijn niet meer te bereiken. De door Segezha getroffen sancties (inhouden van snipperdagen en opschorten van het loon) waren onder die omstandigheden dan ook gerechtvaardigd, zij het dat een opschorting van het loon met terugwerkende kracht - als vervat in de brief van 11 augustus 2008 - in strijd is met het bepaalde bij artikel 7:629 lid 7 BW.
Te prijzen is dat Segezha, nadat zij niets meer van [werknemer] vernam, de politie inschakelde om polshoogte te nemen.
Mede gelet op de door [werknemer] in dit geding overgelegde brieven van zijn huisarts en van de psychiater G.F. Schreuder is echter inmiddels voldoende aannemelijk dat de gewraakte gedragingen van [werknemer] waren terug te voeren op zijn psychische klachten. Hij was daarvoor ten tijde van de zitting nog steeds onder behandeling en gebruikt de medicatie Oxazepam.
Gelet hierop acht de kantonrechter de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet te rechtvaardigen, zodat het verzoek daartoe behoort te worden afgewezen.
De proceskosten zullen tussen partijen worden gecompenseerd in dier voege dat zij ieder hun eigen kosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het verzoek af.
Bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 oktober 2008 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter